‘Ik wilde het van de hoogste daken schreeuwen’
Congresvoorzitter en huisarts Lieneke van de Griendt over haar missie

Ze noemt zichzelf een voorvechter van een nieuwe aanpak in de reguliere geneeskunde: oog hebben voor de invloed van voeding op de gezondheid en de relatie met chronische aandoeningen. Een onderwerp waar de gemiddelde arts zich doorgaans niet mee bezighoudt. ‘Een gemiste kans,’ vindt de Schiedamse huisarts Lieneke van de Griendt. Vorig jaar verscheen haar boek Studeerden wij medicijnen of geneeskunde?, bedoeld als wake-up call voor haar collega’s. Op 7 september is ze congresvoorzitter op VGBC 2021 in Houten. Wie is Lieneke en waarom is ze zo gedreven?

‘Sinds een jaar of drie ben ik anders gaan werken en betrek ik voeding en leefstijl bij mijn consulten. Ik bereik zo veel meer met mijn patiënten dan in de twintig jaar die daaraan vooraf gingen. Een tijd waarin ik veel over het hoofd heb gezien en kansen heb laten liggen. Daardoor bleven mensen onnodig doorlopen met chronische klachten. In mijn boek staat een voorbeeld van een meisje dat al vanaf haar geboorte in mijn praktijk komt met eczeem, oorontsteking, allergieën en buikklachten. Pas toen ze 22 was, gaf ik haar voedingsadviezen. Zo adviseerde ik haar onder andere te stoppen met zuivel en gluten. Korte tijd later verdwenen alle klachten. Daarom heb ik nu een missie: deze ervaringen te delen. Zeker met jonge artsen die nog een carrière voor zich hebben. Ik hoop dan ook dat veel van hen naar het congres zullen komen.’

Evidence-based

‘Natuurlijk komen er die dag veel complementair werkende zorgverleners.’ Ze lacht. ‘Maar die zijn al bekend met de rol van voeding en leefstijl, al twintig jaar of langer. Wij reguliere artsen hebben al die tijd niet naar hen willen luisteren omdat we het te ‘alternatief’ vonden en te weinig evidence-based. Inmiddels denk ik dat ervaring minstens zo belangrijk is. Juist omdat het gaat om zorg op maat en omdat voedings- en leefstijladviezen doorgaans veilige interventies zijn. Ik merk wel eens bij enkele complementair werkende zorgverleners dat ze zich niet gezien voelen omdat reguliere artsen langzamerhand oppakken wat zij al jaren roepen. Ik snap dat heel goed. Wij hebben daar iets laten liggen en dat moeten we ook toegeven. Maar nu is belangrijk dat we vooruit kijken en waar mogelijk meer samenwerken.’

Eng

‘Om mijn collega’s daarin mee te krijgen, moet ik mijn nek flink uitsteken. Toen ik mijn boek schreef, voelde dat in het begin echt eng. Wie weet zou ik met pek en veren de laan uit worden gestuurd. Ik sta echter voor de volle honderd procent achter mijn nieuwe inzichten en wat ik daarover heb gedeeld. Daarnaast wordt het boek heel goed ontvangen, wat helpt om vrijuit te durven spreken. Ook mijn ervaringen met voedingsgeneeskunde sterken mij. Overigens sluiten de inzichten en ervaringen die ik beschrijf perfect aan bij wat we als arts al weten en doen. Zo zijn ze gebaseerd op onze basisvakken fysiologie, biochemie, celbiologie, immunologie en endocrinologie. Menig arts wordt hier blij van, vermoed ik, net als ik zelf. Juist daarom wil ik dat de ‘reguliere’ geneeskunde deze werkwijze gaat omarmen.’

Kauwstaafjes

‘Waarschijnlijk waren de gezondheidsproblemen van de kat van mijn tweelingzus hoe het allemaal bij mij begon. Het beestje had obstipatie en plukte aan haar vacht. De reguliere dierenarts schreef de gebruikelijke cocktail van corticosteroïden en antibiotica voor, maar zonder resultaat. Via via hoorde mijn zus dat de problemen wel eens door de voeding konden komen. En inderdaad, toen ze biologisch-dynamische producten van vlees zonder toevoegingen aan haar huisdier gaf, waren ze voorbij. Iets soortgelijks zag ik bij mijn eigen hond die vlekken op de huid kreeg. Volgens de dierenarts kon de kleurstof in kauwstaafjes wel eens de oorzaak zijn. Ik gaf mijn hond voortaan twee keer per dag voeding van dezelfde leverancier als die van mijn zus. De klachten verdwenen en na anderhalf jaar was de hond sterker en gezonder dan ooit. Dan begin je na te denken… als dit zo werkt bij honden en katten, zou het dan bij mensen ook zo zijn? Vervolgens ontmoette ik een orthomoleculair therapeut die kPNI (red: Klinische Psycho-Neuro-Immunologie) had gestudeerd. Die legde mij zo raak uit hoe het allemaal werkt, dat me de schellen van de ogen vielen. Wel bleef ik tegelijkertijd nog erg kritisch, dus ik besloot me er zelf in te gaan verdiepen. Zo volgde ik een orthomoleculaire opleiding en een online cursus over het microbioom bij de Universiteit van Wageningen. Daar hoorde ik dezelfde boodschap. Tot slot kwam de Amerikaanse professor interne geneeskunde Terry Wahls op mijn pad. Zij had zich in de functionele geneeskunde verdiept en zichzelf daarmee verlost van klachten die het gevolg waren van multiple sclerose. Voeding was daarbij een van de belangrijkste pijlers van haar aanpak. Naast krachttraining. Dit maakte zo’n indruk op me: een puur wetenschappelijk ingestelde specialist die zelf ziek werd en bij wie alleen de ‘functionele’ aanpak echte gezondheidswinst opleverde. Nou, toen was ik echt om. En ik wilde het wel van de hoogste daken schreeuwen: dit moest iedereen weten.’

Brief

‘Zo kwam ik op het idee dit boek te gaan schrijven. Daarin vertel ik meer over Terry Wahls en het Wahls Protocol. Ik hoor van verschillende mensen dat mijn boek ook prima te lezen is door niet-medici en ook door leken die geïnteresseerd zijn in gezondheidszaken. Eigenlijk is het een soort brief aan mijn ‘reguliere’ collega’s waarin ik hen kennis laat maken met de functionele geneeskunde. Ik behandel onderwerpen als insulineresistentie, het immuunsysteem, de werking van de lever, de mitochondriën, het microbioom en de rol van voeding daarbij. En ik doe de suggestie het werk in te delen in consulten voor acute en chronische klachten, waarbij we voor de laatste meer tijd uittrekken. Want voor een voedingsconsult is tien minuten echt te weinig. Zelf geef ik de voorkeur aan een combinatie van beide vormen van geneeskunde. Juist die afwisseling maakt het werk leuk. Ik denk dat de meeste huisartsen er zo over denken. De coronatijd heeft ervoor gezorgd dat we zijn overgeschakeld naar vier patiënten per uur zodat er niet te veel mensen in de wachtkamer zitten. Dat doen we nu al bijna een jaar en dat bevalt heel goed. Het geeft een beetje meer ruimte. Maar voor een voedingsconsult zou ik graag minimaal een halfuur uittrekken. Een echte functionele-geneeskunde-intake kost anderhalf uur, dat is helaas niet haalbaar in het huidige systeem.’

Uitleggen

‘De coronapandemie heeft aangetoond hoe belangrijk goede voeding is, want juist de mensen met het metabool syndroom komen op de IC terecht. Ik vind het daarom een gemiste kans dat het ministerie van Volksgezondheid daar niet grootschalig op heeft ingezet. Dan was de boodschap in één keer bij een groot publiek terechtgekomen, want naar de minister luistert iedereen. Overigens wordt er intussen flink gelobbyd vanuit de leefstijlgeneeskunde en komt er nu wel een grootscheepse voorlichtingscampagne aan. Of die wordt gerelateerd aan corona weet ik niet, maar sowieso is het een belangrijk onderwerp. Ik denk dat informatie de sleutel is naar gedragsverandering. Als mensen het snappen, zijn ze veel meer bereid bewuster te gaan leven. Voorheen was de boodschap dat het belangrijk was om af te vallen, want dat zou gezonder maken. Maar wat is het precies dat iemand gezonder maakt? Dat moeten we mensen gaan uitleggen. En waaróm je gevoeliger bent voor corona als je overgewicht hebt.’

Luchtwegklachten

‘Ik sta achter veel opvattingen van de Stichting Artsen Covid Collectief. Veel van de overheidsmaatregelen vind ik disproportioneel en niet wetenschappelijk onderbouwd. Ik ben voorstander van een gerichter beleid waarbij groepen voor wie het virus niet zo gevaarlijk is, natuurlijke immuniteit kunnen vergaren. Daarmee bedoel ik de groep onder de zestig zonder metabool syndroom. Natuurlijk, ik weet dat corona voor sommige mensen een hele vervelende ziekte is die heftig kan verlopen en ook dat er mensen aan dood kunnen gaan. Dat is absoluut waar. Maar als we het in perspectief plaatsen ten opzichte van andere virusinfecties die even ‘gevaarlijk’ zijn, hebben we het nooit eerder zo draconisch aangepakt als nu. Sommige overheidsadviezen vind ik ronduit verkeerd. Zoals je handen stuk wassen en die ontsmetten met alcohol. Dat moeten we gewoon niet doen, want we kweken er resistente bacteriën mee en dat is nou net niet wat we willen. Net zo goed ben ik geen voorstander van mondmaskers. Ik vraag me geregeld af wat ik volgend jaar ga terugzien in mijn praktijk aan luchtwegklachten door alle vezeltjes die mensen daarmee inademen. Ook de terrassen gesloten houden vind ik onnodig omdat we weten dat virusoverdracht buiten nauwelijks plaatsvindt. Daarnaast vind ik het erg dat mensen angst wordt aangejaagd, dat is slecht voor het immuunsysteem. Adviezen waarin ik me wel kan vinden, zijn afstand houden van zieke mensen, af en toe je handen wassen, niezen in de elleboog en thuisblijven als je klachten hebt. En laten we de drie Nederlandse zoenen vervangen door een omhelzing: minder besmettelijk en tegelijkertijd warmer!’

Paniekvoetbal

‘Wat vaccinatie betreft ben ik ook een andere mening toegedaan dan de meesten. En dat komt niet omdat ik tegen inenten ben, integendeel. Naast mijn reguliere praktijk heb ik een prikbureau voor mensen die verre reizen maken. De kindervaccinatie in Nederland vind ik heel goed, daarbij gaat het om een beperkt aantal ziekten. En om veilige en bewezen effectieve vaccins waarvan ook op de lange termijn bekend is wat de bijwerkingen zijn. Die zijn zinvol omdat ze werken tegen virussen waarvan we weten dat ze niet elk jaar muteren. Eén serie prikken werkt voor wel vijftig jaar of langer. Het gaat nu echter om een virus dat alleen voor de meest kwetsbaren gevaarlijk is. Waarom dan een hele populatie gezonde mensen ook inenten? Met bovendien een vaccin waarvan de veiligheid op de lange termijn niet bewezen is. We weten ook nog niet of het transmissie voorkomt, dus overdracht van het virus. Tenslotte was dat waar het aanvankelijk over ging, we wilden opa en oma beschermen.’

Uitknippen

‘Wat ik tot slot nog aan mijn verhaal wil toevoegen, is dat ik het leuk zou vinden als sommigen mijn boek bij hun eigen huisarts onder de aandacht brengen. Verder zie ik ontzettend uit naar het congres! En, wat ik in het begin al zei, ik hoop dat veel artsen zich zullen inschrijven.’

Open access

Auteur

Verschenen in