
Patiënten met migraine hebben gemiddeld hogere bloedwaarden van zonuline, een eiwit dat de doorlaatbaarheid van de darmwand regelt. Onderzoekers uit Turkije concluderen dat deze verhoogde zonulinespiegels kunnen wijzen op een verstoorde darmbarrière en mogelijk bijdragen aan het ontstaan van migraine. Zonuline komt hiermee in beeld als een veelbelovende biomarker en mogelijk behandeldoelwit.
Het onderzoek vond plaats aan de Medipol Universiteit in Istanbul en includeerde 80 volwassenen van 18 tot 65 jaar, waarvan 40 met episodische migraine en 40 gezonde controles. De onderzoekers hanteerden strikte exclusiecriteria. Binnen de migrainegroep verzamelden zij aanvullende gegevens over ziekteduur, aanvalsfrequentie en pijnintensiteit. Na een periode van twaalf uur vasten namen de onderzoekers bloed af en bepaalden zij de zonulinespiegel met behulp van de ELISA-techniek.
De gemiddelde zonulinespiegel lag significant hoger bij migrainepatiënten (29,13 ng/mL) dan bij gezonde controles (25,81 ng/mL, p = 0,037). Hoewel de zonulinespiegel duidelijk verschilde tussen groepen, vonden de onderzoekers geen verband met klinische migrainekenmerken zoals aanvalsfrequentie, duur of pijnscore. Leeftijd en geslacht beïnvloedden het resultaat niet.
De studie versterkt het vermoeden dat de darm-brein-as een rol speelt in de pathofysiologie van migraine. Een verhoogde zonulinespiegel wijst op een verhoogde darmdoorlaatbaarheid ('leaky gut'), waardoor ontstekingsstoffen mogelijk in de bloedbaan terechtkomen en migraine kunnen uitlokken via neurogene ontsteking. Zonuline lijkt daarmee een mogelijke biomarker en aangrijpingspunt voor behandeling bij migraine.
De auteurs wijzen op enkele beperkingen: de steekproef was relatief klein en de onderzoeksopzet cross-sectioneel, waardoor causale verbanden niet vastgesteld kunnen worden. Ook hield de studie geen rekening met voeding, medicatiegebruik of fecale zonulinewaarden, die mogelijk nauwkeuriger de darmpermeabiliteit weerspiegelen. De onderzoekers raden aan om zowel bloed- als fecale zonuline in kaart te brengen, tijdens en tussen migraine-aanvallen, en om behandelingen te evalueren die de darmbarrière kunnen verbeteren.